This is a New Batavia article. Click here for more information.
This is a Çakaristan article. Click here for more information.

Treaty between Çakaristan and New Batavia

From MicrasWiki
Jump to navigationJump to search

The Treaty of friendship and cooperation between the Çakar Empire and the Islamic Republic of New Batavia was signed in Madinat Al-Mariyah on 5.V.1722 AN by Dervish Çelebi, Grand Vizier, for Çakaristan, and Rania Lucius, Grand Vizier for New Batavia.

At the signing ceremony, President Sulayman Salem was presented the Order of Çakar, First Class. Shahanshah Jaaguzan was presented the Badge of Honor of New Batavia, First Class in return.


Text

English Dutch

Coa Cakaristan.png Coat of arms of New Batavia.png

TREATY OF FRIENDSHIP AND COOPERATION

BETWEEN

THE ÇAKAR EMPIRE

AND

THE ISLAMIC REPUBLIC OF NEW BATAVIA


His Majesty, Jaaguzan, Shahanshah of Çakaristan

and

His Excellency, Sulayman Salem, President of New Batavia

desire for a diplomatic relationship and good understanding between them, underpinning further friendship between their respective countries, have agreed to the following articles of agreement:

Article I – Peace and friendship
There shall be a firm and perpetual state of peace and friendly relations between His Majesty, the Shahanshah of Çakaristan and His Excellency, the President of New Batavia, between Their Heirs or Successors, and between the Çakar Empire and the Islamic Republic of New Batavia, in this treaty the High Contracting Parties, and between their Citizens, without discrimination.

Article II - Sovereignty and territorial integrity
Each High Contracting Party shall respect the independence, sovereignty and territorial integrity of the other party. The High Contracting Parties shall continue to develop and consolidate the relations of sincere friendship, good neighbourliness and comprehensive cooperation existing between them on the basis of the aforesaid principles as well as those of equality and mutual benefit.

Article III - Airspace
The High Contracting Parties agree to sign and ratify the Convention on Civil Aviation of the Micras Treaty Organisation within two Norton years after the ratification of this treaty.

Article IV – Diplomatic mission
The High Contracting Parties will maintain regular contacts with each other on major international problems affecting the interests of both of their countries and governments by means of meetings, and exchanges of views between their leading statesmen, visits by official delegations and special envoys of the governments, and through diplomatic channels.

The High Contracting Parties will make an embassy available for each other. For the embassy, associated grounds, associated vehicles, leading statesmen, visits by official delegations, special envoys of the governments and ambassadors, diplomatic immunity applies.

Each High Contracting party recognizes and respects the procedures of acceptance by the ambassador, by handing over a letter of credence, which is addressed from one head of state to the other asking to give credence.

Article V - Recognition of bureaucracy
Each High Contracting Party gives to the other full faith and credit to all public acts, records, contracts and judicial proceedings in the field of civil law, including records and documents on marriage, property, titles, death and inheritance, in as much as any act, record, document, contract, proceeding is done according to the law.

Article VI - Interpretation
Any difference of interpretation of any Article or Articles of this Treaty which may arise between the High Contracting Parties will be settled bilaterally by peaceful means in a spirit of mutual respect and understanding.

Article VII - Ratification
This Treaty enters into force upon its signature and ratification by both High Contracting Parties in accordance with their respective domestic procedures.

Article VIII - Repeal
Each High Contracting Party may repeal this treaty on the condition of a notice of one Norton year.

Signed on 20.V.1722 AN at Madinat Al-Mariyah:

For the Çakar Empire:
Dervish Çelebi
Grand Vizier of Çakaristan


For the Islamic Republic of New Batavia:
Rania Lucius
Grand Vizier of New Batavia

Coa Cakaristan.png Coat of arms of New Batavia.png

VERDRAG VAN VRIENDSCHAP EN SAMENWERKING

TUSSEN

HET TJAKAR RIJK

EN

DE ISLAMITISCHE REPUBLIEK NIEUW-BATAVIË


Zijne Majesteit, Jaaguzan, Shahanshah van Tjakaristan

En

Zijne Excellentie, Sulayman Salem, President van Nieuw-Batavië

verlangen diplomatieke relaties en goede verstandhouding tussen hen ter ondersteuning van verdere vriendschap tussen hun respectieve landen, zijn deze verdragsartikelen overeen gekomen:

Artikel I - Vrede en vriendschap

Er zullen een stabiele en voortdurende vrede en vriendschappelijke betrekkingen zijn tussen Zijne Majesteit, de Shahanshah van Tjakaristan en Zijne Excellentie, de President van Nieuw-Batavië, tussen hun erfgenamen of opvolgers, en tussen het Tjakar Rijk en de Islamitische Republiek van Nieuw-Batavië, in dit verdrag de Hoge Verdragsluitende Partijen genoemd, en tussen hun burgers, zonder onderscheid.

Artikel II - Soevereiniteit en territoriale integriteit

Elke Hoge Verdragsluitende Partij eerbiedigt de onafhankelijkheid, soevereiniteit en territoriale integriteit van de andere partij. De Hoge Verdragsluitende Partijen zullen bestaande betrekkingen van oprechte vriendschap, goed nabuurschap en alomvattende samenwerking blijven ontwikkelen en consolideren op basis van de bovengenoemde beginselen, evenals die van gelijkheid en wederzijds voordeel.

Artikel III - Luchtruim

De Hoge Verdragsluitende Partijen komen overeen het Verdrag inzake de Burgerluchtvaart van de Micras Verdragsorganisatie binnen twee Norton-jaren na de ratificatie van dit verdrag te ondertekenen en te ratificeren.

Artikel IV - Diplomatie

De Hoge Verdragsluitende Partijen zullen regelmatig contact met elkaar onderhouden over belangrijke internationale problemen die de belangen hun beider landen en regeringen raken, door middel van bijeenkomsten en formele toppen tussen hun staats- en regeringsleiders, bezoeken van officiële delegaties en speciale gezanten van de regeringen, en via diplomatieke kanalen.

De Hoge Verdragsluitende Partijen stellen aan elkaar een ambassade ter beschikking. Voor de ambassade, bijbehorende terreinen, bijbehorende voertuigen, vooraanstaande staatslieden, bezoeken van officiële delegaties, speciale gezanten van de regeringen en ambassadeurs geldt diplomatieke onschendbaarheid.

Elke Hoge Verdragsluitende Partij erkent en respecteert de procedures van aanvaarding door de ambassadeur, door een geloofsbrief te overhandigen, die van het ene staatshoofd aan het andere wordt gericht.

Artikel V - Erkenning van bureaucratie

Elke Hoge Verdragsluitende Partij geeft de andere het volle vertrouwen en erkenning voor alle openbare handelingen, documenten, contracten en gerechtelijke procedures op het gebied van het burgerlijk recht, met inbegrip van documenten over huwelijk, eigendom, titels, overlijden en erfenis, voor zover elke handeling of document gebeurt volgens wettelijke voorschriften.

Artikel VI - Interpretatie

Elk verschil in interpretatie van een artikel of artikelen van dit verdrag dat tussen de Hoge Verdragsluitende Partijen zou kunnen ontstaan, zal bilateraal worden opgelost met vreedzame middelen in een geest van wederzijds respect en begrip.

Artikel VII - Bekrachtiging

Dit verdrag treedt in werking na ondertekening en bekrachtiging door beide Hoge Verdragsluitende Partijen in overeenstemming met hun respectieve nationale procedures.

Artikel VIII - Opzeg

Elke Hoge Verdragsluitende Partij kan dit verdrag opzeg op voorwaarde van een opzegtermijn van één Nortonjaar.

Ondertekend op 20.V.1722 AN in Madinat Al-Mariyah:

Voor het Tjakar Rijk:
Derwisj Çelebi
Grootvizier van Tjakaristan


Voor de Islamitische Republiek Nieuw-Batavië:
Rania Lucius
Grootvizier van Nieuw Batavia

See also