NEVO/Nederlands Verdrag

From MicrasWiki
Jump to navigationJump to search

Original Text

Preambule

Nederlands Verdrag

Oprichtingsakte van de Nederlandse Verdragsorganisatie (NEVO)


KONING ARKADIUS II, KONINKRIJK BATAVIË

STADHOUDER FRANS, DE REPUBLIEK DER VERENIGDE PROVINCIËN

PRESIDENT BERT, TWEEDE REPUBLIEK VLAANDEREN


VERENIGD in de wil om hun micronaties te laten leven, groeien en bloeien in vriendschap met elkaar,

VASTBESLOTEN een steeds hechtere samenwerking tussen de Nederlandstalige volkeren tot stand te brengen,

OVERWEGENDE dat er nood is aan een internationaal forum voor ontmoeting van Nederlandstalige micronationalisten,

OVERWEGENDE dat de leiders van de hoge verdragsluitende partijen nood hebben aan een overlegplatform,

OVERWEGENDE dat er een neutrale organisatie nodig is die geschillen op een vreedzame manier kan beslechten,

OVERWEGENDE dat de onderlinge verscheidenheid tussen de micronaties bewaard moet blijven en zelfs aangemoedigd,

HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT:


I. Oprichting en doelstellingen

Artikel 1. Het Koninkrijk Batavië, Republiek der Verenigde Provinciën en de Tweede Republiek Vlaanderen, verder “de lidstaten”, richten de Nederlandse Verdragsorganisatie, verder “NEVO”, op.

Artikel 2. Alle lidstaten erkennen elkaar als soevereine onafhankelijke staten, en erkennen elkaars regeringen als legitieme vertegenwoordigers van hun volk.

Artikel 3. De NEVO heeft tot doel:

1. Het vestigen en bewaren van vrede in de Nederlandstalige sector.

2. Het organiseren van multilateraal diplomatiek overleg tussen de lidstaten.

3. Het bevorderen van de samenwerking tussen de lidstaten op essentiële domeinen.

4. Het waken over de rechten en plichten van micronationale burgers.

5. Het promoten van het Nederlandstalig micronationalisme.

6. Het bieden van een ontmoetingsplaats voor de Nederlandstalige micronationalisten.

7. Het organiseren van een jaarlijkse macro-bijeenkomst waarop alle Nederlandstalige micronationlisten welkom zijn, en die om beurt zal plaatsvinden in Nederland en Vlaanderen.

Artikel 4. De officiële taal en enige werktaal van de NEVO is het Nederlands.


II. Bevoegdheden

Artikel 5. De NEVO heeft de bevoegdheid haar eigen interne werking te regelen volgens de bepalingen van dit verdrag. De beslissingen hieromtrent worden met een twee derde meerderheid genomen. Tot het domein van de interne werking behoren :

1. Het aannemen van symbolen.

2. Het inrichten van een webstek.

3. Het bepalen van de bevoegdheden van het voorzitterschap.

4. Het vastleggen van de werking van de algemene vergadering en de geschillencommissie.

5. Het bieden van hulp bij het uitvoeren van de richtlijnen, het doen naleven van deze richtlijnen.

6. Bevoegdheden die als dusdanig met eenparigheid van stemmen door de Algemene Vergadering zijn erkend in latere verdragen.

Artikel 6. De NEVO kan met éénparigheid van stemmen richtlijnen opstellen die de samenwerking tussen de lidstaten verbetert voor de volgende domeinen:

1. Economie, internationale betalingen, wisselkoersen, bewijs van contracten, internationaal privaatrecht.

2. Algemene mensenrechten, het opstellen van een “Universele Verklaring van de Micronationale Rechten van de Mens en van de Burger”, het doen naleven van deze mensenrechten.

3. Uitwisseling van nieuws, weblogs, rss-voedingen, internetstandaarden.

4. Erkenning van diploma’s en universitaire titels.

5. De promotie van het Nederlandstalig micronationalisme.


III. Voozitterschap

Artikel 7. Het voorzitterschap van de NEVO zal volgens een beurtrol door de lidstaten worden uitgeoefend, telkens voor de duur van vier maanden. (zie aanhansel 1)

Artikel 8. Elk voorzitterschap zal de algemene vergadering minstens één maal samenroepen en een agenda ervoor opstellen. Elke lidstaat kan punten aan de agenda toevoegen.

Artikel 9. Alle vergaderingen en ontmoetingen vinden plaats op het forum van het voorzitterschap.


IV. Algemene vergadering

Artikel 10. De staatshoofden en regeringsleiders van de lidstaten, of hun gevolmachtigde ambassadeurs of gezanten, zullen lid zijn van de algemene vergadering.

Artikel 11. De lidstaten hebben elk één stem in de algemene vergadering.

Artikel 12. De algemene vergadering wordt samengeroepen door het voorzitterschap, of op vraag van twee lidstaten.

Artikel 13. De algemene vergadering wordt voorgezeten door het voorzitterschap.

Artikel 14. Een resolutie wordt aangenomen met een twee derde meerderheid van de vertegenwoordigde lidstaten, behalve in de gevallen bepaald door dit verdrag.


V. Geschillen

Artikel 15. Wanneer er geschillen ontstaan tussen twee of meer lidstaten, en de betrokken lidstaten kunnen deze zelf niet onderling uitpraten, kunnen de betrokken lidstaten het geschil overmaken aan het voorzitterschap.

Artikel 16. Het voorzitterschap zal, als neutrale partij, alsnog proberen de zaak in der minne te regelen, rekening houdende met de wetgeving van de betrokken partijen en de verdragen en resoluties van de NEVO.

Artikel 17. Wanneer het voorzitterschap zelf betrokken partij is, zal de zaak worden doorverwezen naar de lidstaat die het voozitterschap uitoefende in de vorige termijn.

Artikel 18. Wanneer het voorzitterschap niet in staat is gebleken het geschil op te lossen, zal de zaak worden doorverwezen naar de geschillencommissie. De uitspraken van de geschillencommissie zijn bindend.

Artikel 19. In de geschillencommissie zetelen drie rechters die voor de termijn van twee jaar door de algemene vergadering werden benoemd.

Artikel 20. De rechters van de geschillencommissie dienen onpartijdig te zijn, en de zaak op een eerlijke wijze te berechten. Rechters die door de algemene vergadering schuldig worden bevonden aan partijdigheid, inactiviteit of fraude, zullen vroegtijdig uit hun ambt ontslagen worden.


VI. Lidmaatschap

Artikel 21. De algemene vergadering kan met eenparigheid van stemmen toestemmen met de toetreding van nieuwe lidstaten tot de NEVO.

Artikel 22. Het lidmaatschap zal pas ingaan na ratificatie van het Nederlands Verdrag en alle andere verdragen van de NEVO.

Artikel 23. De nieuwe lidstaten dienen ook de richtlijnen van de algemene vergadering, die werden goedgekeurd vóór hun toetreding, na te leven.

Artikel 24. Er zal een lijst zijn van lidstaten, ere-lidstaten en waarnemende leden.

Artikel 25. De lidstaten die inactief zijn, en die door de algemene vergadering als dusdanig worden gemerkt, zullen als ere-lidstaat op de lijst worden opgenomen.

Artikel 26. De ere-lidstaten hebben geen stemrecht meer in de algemene vergadering, en vallen niet meer onder de bepalingen van de verdragen van de NEVO.

Artikel 27. Een ere-lidstaat kan opnieuw een gewone lidstaat worden nadat de algemene vergadering met een gewone meerderheid overtuigd is van het feit dat de betrokken lidstaat terug actief is.

Artikel 28. Andere micronaties kunnen waarnemend lid zijn van de NEVO. Ze hebben spreekrecht in de algemene vergadering, doch geen stemrecht.

Artikel 29. Het waarnemend lidmaatschap moet worden goedgekeurd door het voorzitterschap, en geldt zolang het waarnemend lid actief blijft. Het voorzitterschap zal inactieve waarnemende leden van de lijst schrappen.


VII. Wijziging van dit verdrag

Artikel 30. Dit verdrag kan enkel gewijzigd worden door een nieuw verdrag, dat éénparig door alle lidstaten dient te worden goedgekeurd en geratificeerd alvorens het in werking treedt.


GEDAAN TE BRUSSEL, 19 mei 2007


Aanhansel 1: Beurtrol van het voorzitterschap

1. Koninkrijk Batavië

2. Republiek der Verenigde Provinciën

3. Tweede Republiek Vlaanderen

Nieuwe toetredende leden zullen onderaan de lijst worden toegevoegd.


Aanhangsel 2: Lidmaatschap Leden

1. Koninkrijk Batavië

2. Republiek der Verenigde Provinciën

3. Tweede Republiek Vlaanderen

Ere-leden:

Waarnemende leden:


Amendment 1 of December 13, 2008

Preambule

Verdrag ter amendering van het Nederlands Verdrag

Houdende verschillende bepalingen met betrekking tot het voorzitterschap


KONING ARKADIUS II, KONINKRIJK BATAVIË

VOORZITTER FRANS, DE REPUBLIEK DER NEDERLANDEN

PRESIDENT GERT GEENS, TWEEDE REPUBLIEK VLAANDEREN


OVERWEGENDE dat een aanpassing van de termijn van het Voorzitterschap noodzakelijk is,

OVERWEGENDE dat de Algemene Vergadering regelingen moet kunnen treffen in geval van inactiviteit van het voorzitterschap,

HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT CONFORM ARTIKEL 30 VAN HET NEDERLANDS VERDRAG:

I. Termijn van het voorzitterschap

Artikel 1: Artikel 7 van het Nederlands Verdrag zal worden aangepast als volgt: “Het voorzitterschap van de NEVO zal volgens een beurtrol door de lidstaten worden uitgeoefend, telkens voor de duur van drie maanden. (zie aanhangsel 1)”.


II. Inactiviteit van het voorzitterschap

Artikel 2: Artikel 5.3 van het Nederlands Verdrag zal worden aangepast als volgt: “Het bepalen van de bevoegdheden van het voorzitterschap en de regelingen in geval van inactiviteit van het voorzitterschap.”


III. Inwerkingtreding

Artikel 2: Dit amendement treedt in werking na te zijn geratificeerd door de lidstaten volgens hun respectievelijke procedures en ten vroegste na het tweede voorzitterschap van de Tweede Republiek Vlaanderen, op 1 juni 2009.


GEDAAN TE BRUSSEL, 13 DECEMBER 2008